Mijn draakje wilde zwemmen gaan
in Schotland voor een keer
een oude tante woonde daar
al jaren in een heel diep meer
het was een fiere taaie dame
die rechtop zwom, het hoofd omhoog
haar hoedje hield ze altijd droog
behalve dan met regen
ze zag mijn draakje als een zegen
want anders was ze steeds alleen
zo zwom ze door de jaren heen
en niemand kwam ze tegen
nog nooit had zij een mens gezien
al had ze wel een keer gehoord
dat zulke wezens ongestoord
elkaar ooit hebben uitgemoord
dus stond ze nu toch wel versteld
dat zulke schepsels toch bestonden
zoals mijn draakje had verteld
en dat zij nooit één had gevonden
‘misschien’ – zei zij – ‘zijn ze te klein
en moet ik eens een nieuwe bril
al ben ik niet echt helemaal zeker
of ik hen wel ontmoeten wil …’
toen werd het tussen beiden stil
in tantes ogen stond een traan
ze wist dat draakje weer wou gaan
en dat zij weer alleen zou zijn
(alleen zijn doet vooral dan pijn
als iemand plots er niet meer is)
maar net zo goed kan een gemis
als aandenken ook warmte geven
ach, ze was gewend alleen te leven
het hoofd plots opgeheven toen
gaf zij een knuffel en een zoen
een zelfgebakken cake voor bij de thee
en ook een zak met Schotse zalmen mee
daarna verdween ze in de mist
het leek of zij werd uitgewist ...
© bert deben
Scotland (Highlands), 25 juli
2003, voor Dana.
voorafgaande draakjesgedichten:
.