Toen vader een keertje jarig was
had ik als kind een vers geschreven
ik wenste hem daarin nog lang te leven
wat ik luidop bij zijn thuiskomst las
niet echt poëtisch, maar beter bij kas
had mijn broer hem een vislijn gegeven
waarover vader – wel heel erg gedreven
door visvangst – duidelijk verheugder was
mijn gedicht, waar toch hard aan gewerkt
werd door vader niet zo gewaardeerd
hij zag of hoorde me nauwelijks staan
poëzie, heb ik toen reeds gemerkt
en als dichter nooit echt verteerd
kan maar zelden het materiële verslaan.
© bert deben
1989