donderdag 24 mei 2001

Nog steeds jouw geur

 

Ik ben nog steeds geheel jouw geur 
ontkleurd tot smaak van zaad 
ik draag mijn driften als gewaad 
waarin ik zacht mezelf verscheur 

tot bloedens toe, tot open wonden 
verkondig ik, dat ik van liefde ben 
terwijl ik niet mezelf herken 
maar zij die ooit te wachten stonden 

hopend op dat ene woord 
ik zie mezelf ook tussen hen 
verbitterd door teveel geloof 

geen enkel doel, maar wel gescoord 
alweer een lijf dat ik verken 
ik spuug mijn zaad tot ik verdoof. 


© bert deben

Antwerpen, donderdag 24 mei 2001,  
voor Stefaan II


dinsdag 15 mei 2001

Vreemdsoortig doodgewoon

.
Ik ben vreemdsoortig doodgewoon 
overdag ben ik loketbediende 
soms wat naïef, soms helder ziende 
en meestal tastend naar de toon 

ik heb slechts een gemiddeld loon 
waarvan ik iets meer dan een tiende 
aan een kind geef dat beter verdiende 
dan mij als vader – ik woon 

in een huisje in de rij in de stad 
waar niemand niemand kent 
of niemand iemand van dichtbij 

en soms dan trek ik ’s nachts op pad 
en wordt een vreemde man door mij verwend 
en soms, verwent een vreemde man ook mij. 


© bert deben 

Antwerpen, dinsdag 15 mei 2001, 20 jaar na mijn huwelijksdag. 
.

dinsdag 1 mei 2001


Met Nijntje op Reis

Nijntje trok op avontuur
Gepakt met lijf en lieve lach
Op weg naar grootstad Amsterdam
Het was daar Koninginnedag

Nijntje had een afspraak daar
Met Dr. Psy, zo tussendoor
Gaf Dr. Psy aan Nijntje lief
Zijn warmte en een luisterend oor

En Nijntje hij vertelde maar
Van vrouw tot man tot allemaal
Van elk wat moois en elk de pijn
Bij elke naam een nieuw verhaal

De Dr. keek, de Dr. zag
In eerste plaats ook Nijntjes lach
En hoe hij toch nog lachen kon
De Dr. zag en overwon

Hij toonde Nijntje Amsterdam
Zijn vrienden en zijn tederheid
En Nijntje vond dit alles mooi
En wilde weer zijn hartje kwijt

Maar Nijntjes hartje was verdeeld
Aan vriendjes en door ’t vrije leven
Hij vond de Dr. lief en zacht
Maar kon hem slechts een stukje geven 
.
De Dr. wijs en vol begrip
En denkend aan het woord ‘misschien’
Drong niet zichzelf aan Nijntje op
Maar zei hem graag terug te zien

En Nijntje knikte knuffelend
En voelde zich geliefd en blij
Maar wist dat ’t leven verder ging
Met weer een nieuwer naampje bij

En Nijntje nam de trein terug
Naar verder gaan in ’t vrije leven
(hij wilde wel zijn hartje kwijt maar
kon niet meer dan scherfjes geven)

Oh gaat het dan zo slecht met Nijn
Dat hij niet meer van één kan zijn
Maar met zijn glimlach opgezet
Bemint in steeds een ander bed ?

Nijntje stelt zich zelf in vraag
En zucht en zegt : “Ik weet het niet
Ik wil alleen de liefde maar
Maar daarbij nooit meer het verdriet!”

En Nijntje concentreerde zich
En zag voor hem nu weer ’t gezicht
Van Dr. Psy, nog warm in zijn herinnering
En Nijntje schreef een nieuw gedicht.


© bert deben
alias ‘Nijntje’, treinrit Amsterdam – Antwerpen
1 mei 2001, voor Jille (alias Dr. Psy