Posts tonen met het label troost. Alle posts tonen
Posts tonen met het label troost. Alle posts tonen

donderdag 21 mei 2020

't Is Goê - Alice Nahon

.
.

't Is Goê

't Is goê..., 't is goê!...
Vraag niet, o kind, waarom en hoe
Die weemoed over uw vreugde vlot.
Men moet in ieder groot genot
Een plekske schaduw lezen;
Daar moet aan iedre bloem een traan,
Aan iedere zon een ondergaan,
Aan iederen dag een avond wezen.

't Is goê!... 't is goê.
Dat, na 't verzengend zon-gegloê,
De witte vreê van ’t maangelaat
Over de moede wezens gaat
Van die geen zon verdragen...
En dat van deernis, nu en dan,
De looden lucht nog schreien kan
Voor hen, die nimmer klagen.

't Is goê..., 't is goê,
Dat, achter 't alledaagsch gedoe
Van grooten strijd om klein bestaan,
De menschen naar hun sponde gaan.
- Die goede, oud-bekende -
Dààr, tusschen waak en sluimer in,
Vindt menige goedheid heur begin
En menige smart heur ende...


Alice Nahon (Antwerpen, 16 augustus 1896 – 21 mei 1933)
uit ‘Op zachte Vooizekens’ – 1921
De Nederlandsche Boekhandel – Antwerpen
A. W. Sijthoff’s uitgeversmaatschappij – Leiden 
.

donderdag 1 november 2018

De dood zou liefde moeten zijn


 .
De dood zou liefde moeten zijn
waarin men mild kan overgaan
naar wat men noemt een nabestaan
een zachte straal van zonneschijn  

waar het volmaakt is en voldaan
bevrijd van elke angst en pijn
de dood zou liefde moeten zijn
waarin men mild kan overgaan 
 
de grens een nevelige lijn
tussen beschut zijn en ontdaan
waarbij je toch niet echt verdwijnt
geen einde maar een nieuw ontstaan
de dood zou liefde moeten zijn. 
 

© bert deben
ICE 557 Köln – Berlin, woensdag 5 september 2018, voor John en Ingrid.
foto: Schoonselhof © bert deben
   
 

dinsdag 29 mei 2018

Er schuilt een zeker genot in het wenen

.


Est quaedam flere voluptas
Publius Ovidius Naso (43 v. Chr.-17 na Chr.), uit Tristia’
 
Er schuilt een zeker genot in het wenen
het troost, het voert af, het ontlaadt
al schijnt een mens te moeten menen
dat wie sterk is aan huilen weerstaat  

een zwakte, zo wordt het ons aangepraat
waartoe slechts een kind zich laat lenen
het troost, het voert af, het ontlaadt
er schuilt een zeker genot in het wenen  

met een hart van steen is niemand gebaat
zowat iedereen weet dat degene
die zich hard houdt zichzelf ook schaadt
en per saldo het hart doet verstenen  

er schuilt een zeker genot in het wenen
het troost, het voert af, het ontlaadt. 
 

© bert deben
Hengstdijk, maandag 28 mei 2018.



maandag 11 september 2017

dinsdag 27 januari 2015

Het donkere water

.
      xxxx 
 
 
gepubliceerd dec. 2014 in Schoon Schip jg 21 nr 4
+ juli 2015 in Kunstboek 'Tussen Hemel en Aarde' en Nieuwsbrief 25 van Kunstencentrum Mansveld

maandag 30 juni 2014

Draakje brandt een toorts voor mij

                   
                                                                                   artiest onbekend
                          
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
.
     Draakje brandt een toorts voor mij
     het weet dat ik verdriet heb
     maar niet hoe mij te troosten
     ik heb het dat ook nooit geleerd  

     verkeerd misschien
     ik had te zeer mijn eigen zorgen
     mijn altijd ik maar elke morgen
     mijn eigen kleine wereld voor de ogen zien  

     en wat ik zag was meestal grijs
     een dag vol wolken, overtrokken
     geluk dat altijd stoppen kon  

     maar draakje wil een lach ontlokken
     en wijst achter mijn wolken naar
     een eerste heel klein straaltje zon. 
 

     © bert deben
        Antwerpen, maandag 29 maart 2004, 01:17 uur.
 .
    voor meer gedichten uit de draakjesreeks, klik op: 'draakje'
 
  

maandag 18 augustus 2003

Misschien komt alles nog terecht ...

.
 . 




 
.
 




Misschien komt alles nog terecht 
de toekomst en de kleuren
wat goed is en wat slecht
en al wat zeker moet gebeuren

wat los is wordt weer vastgelegd
en al wat ooit viel te betreuren
wordt langzaam van het hart onthecht
en opgeruimd langs achterdeuren

de zon geeft toch weer warmte af
een lach die straalt en vrede geeft
voorbij de wolken van chagrijn

hoezeer de hoop het ook begaf
in elke puinhoop overleeft
een zaadje van gelukkig zijn.


© bert deben 
Antwerpen, 18 augustus 2003. 


donderdag 6 mei 1999

Sonnet voor Bientje

 

Ben je slapjes, heb je pijn 
krijg je ’t op je heupen van 
al dat ziek bedlegerig zijn 
leg U dan op mijn divan 

tel tot vijftig en ontspan 
fantaseer nu een festijn 
alles mag en alles kan 
regenbogen, zonneschijn 

als een vogel boven bomen 
over bergen, over zee 
laat je leiden door je dromen 
schuw geen enkel gek idee 

laat je drijven op de stromen 
neem al wie je lief hebt mee. 


© bert deben 
Antwerpen, 06 mei 1999, voor Sabien. 
  
 .
Painting: Repose - John Singer Sargent (1856–1925)

woensdag 20 augustus 1997

Je mist mij, ik mis jou niet ...

                       .
  
Ik pluk een bloem en 1 voor 1 haar blaadjes
je mist mij – zeg ik, en ik mis jou niet
ik mis vooral een troost voor het verdriet
en af en toe een vulling voor de gaatjes. 
.

© bert deben
Antwerpen, woensdag 20 augustus 1997, voor een toen nog onbekende,
een overgehouden strofe uit mijn sonnet 'Ik kookte uit gewoonte weer voor twee'
Art: Dilka Bear - acrylic on wood 20 x 20cm
 

zaterdag 28 oktober 1989

Een stilte in de zaal

 

  Een stilte in de zaal
 
 
  mag ik rustend in jouw okselholte kind zijn
  vragen stellen over aarde en de dood
  mag ik grijs jouw haren tellen
  en je wijsheid drinken als een kalf de melk
 
  mag ik – jouw hand in de mijne
  aan de hele nieuwe wereld wennen
  en achteraf de troost verkennen
  van verhalen zonder taal
 
  dan mag jij
  me minder plots verlaten
  en pas dan
 
  mag er een stilte in de zaal .
 
 
 
  © bert deben
  Edegem, 21 februari 1989
  1ste prijs - Poëzieprijs van het Oosten - Hengelo, 28 oktober 1989


Uit het juryverslag: “Met een inhoudelijk sterk gedicht, waarin de taal functioneel en zeer creatief gebruikt wordt, wint Bert Deben de eerste prijs in de Poëziewedstrijd van het Oosten.  Woordspelletjes, middenrijm, kortom een goede beheersing van de Ars Poëtica blijkt uit zijn gedicht ‘Een stilte in de zaal’.”
 





Werd gepubliceerd in literair tijdschrift ‘Gist’, jg 12, nr 6, okt. 1989 en in ‘’t Kofschip’ jg 19, juni 1991.

.