Ik loop verloren in de groepniemand slaat acht op mij,slechts éénmaal ben ik opgevallendie keer toen ik er niet was.
© Marion
.
Ik loop verloren in de groepniemand slaat acht op mij,slechts éénmaal ben ik opgevallendie keer toen ik er niet was.
© Marion
.
ZIEL AAN DE WANDEL
Je hebt soms van die dagen.Dan loop je met je ziel onder de arm.Je doet de gewone dingen.Maar een stukje van jou is er niet bij.Zo´n dag was het vandaag.Alles liep gesmeerd, het koken, de maaltijd, het naar bed sturen van
het kleine grut, een rustige avond op de bank, een beetje bijpraten
en ervaren dat je elkaar nader komt.
Maar dan gaat lief naar bed en jij voelt dat het jouw tijd nog niet is,
want je ziel die wil daar weg, daar van onder je arm. Je moet iets, maar
je weet niet wat.
En terwijl je je laptop opent, die toch meestal de functie vervult van
een platte vuilnisbak, staar je naar de leegte en hoor je geen respons.Je staat op het punt je computer af te sluiten, want wat je zocht dat
vond je niet.Dan hoor je een harde doffe klap!
Vanaf de schutting van de buren is een grote rode kat bovenop de
tuintafel gesprongen.Vlak voor hij de tafel weer wil verlaten, ziet hij mij en ik hem. Hij
bevriest in zijn beweging, voelt zich duidelijk betrapt.
En ik…ik voel hoe mijn ziel haar plekje weer hervindt.
.© Assyke AmriApril 2012
Het leven is geen gouden trap, weet je
het zit vol spijkers en gaten
we lachen, lijden, zwijgen, praten
en missen soms een treetje
toch gaan we door, met opstaan en vallen
we winnen wat of grijpen mis
zoeken hoop, liefde, tot ieder aan het einde is
zo klimmen we door, wij met z’n allen
sta stil op alle genomen treden
kijk, luister, verwonder met hart en geest
zie hoe de waarheid van de leugen wint
recht je rug, jouw bestaan heeft een reden
blik vooruit, niet naar wat is geweest
leef en geniet als je het geluk weer vindt
© Ella van Vliet 01.01.2023
Achterom kijken
je moet doorlopen, zeggen ze,
je moet doorlopen,
nergens blijven staan,
niet achterom
en als er achter je rug geschoten wordt
dan loop je door
telkens weer
als er achter je rug geschoten wordt
loop je door
want na elk schot schreeuwen ze dat je door moet lopen
nergens blijven staan
doorlopen
niet achterom
als je uiteindelijk alleen bent
loop je door in je angst
steeds verder
totdat je enkel nog vallen kunt
en valt
en wacht op het schot
je bent alleen in een groot ficuswoud
wortels als orgelpijpen
laten de wind in de boomtoppen
mensenwoorden lispelen
in een taal
die je niet verstaat
onderweg ben je je beer verloren
maar je durft niet achterom te kijken
het was een russische beer
je beste vriend
die je moed gaf
vertrouwen
je mist hem
maar dat mag niet
fluisteren stemmen
je doet het toch
want missen is ook een soort van achterom kijken
© Ron Roelandt
GOUD
Samen met mijn vader en zijn kleinzoon
keek ik naar een documentaire
over goudzoekers.
Ik zat op de sofa geklemd
tussen toekomst
en verleden
toen op het scherm deze
ondertitel verscheen:
Wanneer heb je ooit in een testgat gebaggerden zoveel goud gevonden?
De regel rukte zich los van het scherm
en begon boven ons te zweven.
Voor wie was deze vraag bedoeld?
Voor mijn zoon, zijn grootvader of voor mij?
Als psychedelische vormen vloeiden wij ineen.
En wat een vader dacht dacht ook een zoon.
Een stem riep komen eten
op een toon die suggereerde
dat er in het leven
niet veel meer is dan dat.
Mijn vader stond op als in hypnose.
Boomstammen in de bodem legden
zijn baggeren sinds lang plat
en zonder lust ging hij naar de keuken
en legde zich lam op de snijplank
als was het zijn vak.
mijn zoon nam een hap en trok
de toekomst in met een drilboor.
Ik wenste hem alle goeds.
Goud doet rare dingen met een mens.
Aan de ene kant een vader.
Aan de andere kant een zoon.
Daartussen een vader, een zoon
als bindmiddel dat niet pakt.
Andy Fierens
uit: ‘De trompetten van Toetanchamon’
De Bezige Bij, Amsterdam 2022
Met dank voor de toestemming van Andy om dit gedicht hier te plaatsen.
![]() |
‘Met een rolstoel door Brussel', een reportage met Erik De Velder over de mobiliteit in Brussel kan men lezen via: https://www.bruzz.be/mobiliteit/met-een-rolstoel-door-brussel-2018-02-08
Het gedicht ‘Over het muurtje’ van Erik De Velder komt uit de bundel ‘Ontdooid, onbeperkte poëzie’, in 2014 uitgegeven i.o.v. het VFG (Socioculturele vereniging die ijvert voor keuzevrijheid en zelfbeschikking van personen met een handicap). De bundel, geschreven door of voor mensen met een beperking, bevat gedichten die aanklagen, ontroeren, in perspectief plaatsen en inzicht brengen. Erik De Velder greep met dit gedicht de kans om met weinig woorden een lang verhaal samen te vatten.
Bij het project ‘Ontdooid, onbeperkte poëzie’ hoort ook een gedichtententoonstelling die je nog steeds uit kan lenen via het VGF. Alle info hierover vind je via de link: https://www.vfg.be/te-leen-gedichtententoonstelling-ontdooid
Gedachten rakenop het pad van de stiltede eeuwigheid aan© bert deben