.
Het
lijden dat men vreest
Misschien is dit wel mijn
verdriet
te denken dat geluk niet mag
of toch niet lang en op een dag
als alles er te mooi uit ziet
stort het in, als een
kaartenhuis
zo ging het vroeger en zo gaat
als alles schijnbaar stevig
staat
het straks ook met mijn nieuwe thuis
dat heet in de psychologie
een zelf vervullende
voorspelling
een mens lijdt het meest door
het lijden
dat hij vreest, zelfs in de
poëzie
angst is onze grootste kwelling
de vraag is: hoe het te
vermijden?
© bert deben
Hengstdijk,
zaterdag 7 maart 2015.
Waar komt het versje 'Een mens
lijdt dikwijls het meest door/van het lijden dat hij vreest' vandaan?
Het is helaas niet bekend wie de dichter is van
deze wijze uitspraak.
De columnist Nico Scheepmaker (1930-1990) is
ooit naar de auteur op zoek gegaan; zijn zoektocht staat in het boek Het
bolletje van IBM (1987). Er zijn trouwens vele variaties op deze regels.
Veel mensen kennen het gedichtje als volgt:
Een mens lijdt dikwijls 't
meest
Door 't lijden dat hij vreest
Doch dat nooit op komt dagen.
Zo heeft hij meer te dragen
Dan God te dragen geeft.
Soms aangevuld met:
Het leed dat is, drukt niet
zo zwaar
Als vrees voor allerlei gevaar.
Doch komt het eens in huis,
Dan helpt God altijd weer
En geeft Hij kracht naar kruis.
In de loop der jaren hebben vele mensen zich
afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: D.R.
Camphuysen, P.A. de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle, Isaac
da Costa, Christiaan Huygens en E. Laurillard. In het Letterkundig woordenboek van Noord en Zuid (1952) van K. ter Laan wordt het zonder meer toegeschreven aan Revius
(1586-1658).
Een mens lijdt dikwijls het meest ...
Schrijfthema maart 2025 voor schrijversgezelschap Apropos.