Niet te veel tellen, gewoon lekker leven en het hartje laten genieten van het moment… ‘t gaat zo al snel genoeg. Tellen is tijdverlies… da’s teveel kop’werk’ 😉
O! 't ruisen van het ranke riet! o wist ik toch uw droevig lied! wanneer de wind voorbij u voert en buigend uw halmen roert, gij buigt, ootmoedig nijgend, neer, staat op en buigt ootmoedig weer, en zingt al buigend 't droevig lied, dat ik bemin, o ranke riet!
O! 't ruisen van het ranke riet! hoe dikwijls dikwijls zat ik niet nabij de stille waterboord, alleen en van geen mens gestoord, en lonkte 't rimpelend water na, en sloeg uw zwakke stafjes ga, en luisterde op het lieve lied, dat gij mij zongt, o ruisend riet!
O! 't ruisen van het ranke riet! hoe menig mens aanschouwt u niet en hoort uw' zingend' harmonij, doch luistert niet en gaat voorbij! voorbij al waar hem 't herte jaagt, voorbij waar klinkend goud hem plaagt; maar uw geluid verstaat hij niet, o mijn beminde ruisend riet!
Nochtans, o ruisend ranke riet, uw stem is zo verachtelijk niet! God schiep de stroom, God schiep uw stam, God zeide: "Waait!..." en 't windje kwam, en 't windje woei, en wabberde om uw stam, die op en nere klom! God luisterde... en uw droevig lied behaagde God, o ruisend riet!
O neen toch, ranke ruisend riet, mijn ziel misacht uw tale niet; mijn ziel, die van de zelve God 't gevoel ontving, op zijn gebod, 't gevoel, dat uw geruis verstaat, wanneer gij op en neder gaat: o neen, o neen toch, ranke riet, mijn ziel misacht uw tale niet!
O! 't ruisen van het ranke riet weergalleme in mijn droevig lied, en klagend kome 't voor uw voet, Gij, die ons beiden leven doet! o Gij, die zelf de kranke taal bemint van enen rieten staal, verwerp toch ook mijn klachte niet: ik! arme, kranke, klagend riet!
heel erg gevat en geestig, maar blijf nog maar lang aftellen ;-)
BeantwoordenVerwijderenNiet te veel tellen, gewoon lekker leven en het hartje laten genieten van het moment… ‘t gaat zo al snel genoeg. Tellen is tijdverlies… da’s teveel kop’werk’ 😉
BeantwoordenVerwijderengrappig :-)
BeantwoordenVerwijderenBlijven genieten, al aftellend 😉
BeantwoordenVerwijderenHoren en voelen.
BeantwoordenVerwijderen... Het kan tellen
Sluit je ogen nu maar toe
En let morgen weer op je tellen ...
Leuk ! Geniet nog maar van het leven ! 🍀😘❤️
BeantwoordenVerwijderenO! 't ruisen van het ranke riet!
BeantwoordenVerwijderenπαραροδανον δοναχηα
Hom. Il. XVIII, 576
O! 't ruisen van het ranke riet!
o wist ik toch uw droevig lied!
wanneer de wind voorbij u voert
en buigend uw halmen roert,
gij buigt, ootmoedig nijgend, neer,
staat op en buigt ootmoedig weer,
en zingt al buigend 't droevig lied,
dat ik bemin, o ranke riet!
O! 't ruisen van het ranke riet!
hoe dikwijls dikwijls zat ik niet
nabij de stille waterboord,
alleen en van geen mens gestoord,
en lonkte 't rimpelend water na,
en sloeg uw zwakke stafjes ga,
en luisterde op het lieve lied,
dat gij mij zongt, o ruisend riet!
O! 't ruisen van het ranke riet!
hoe menig mens aanschouwt u niet
en hoort uw' zingend' harmonij,
doch luistert niet en gaat voorbij!
voorbij al waar hem 't herte jaagt,
voorbij waar klinkend goud hem plaagt;
maar uw geluid verstaat hij niet,
o mijn beminde ruisend riet!
Nochtans, o ruisend ranke riet,
uw stem is zo verachtelijk niet!
God schiep de stroom, God schiep uw stam,
God zeide: "Waait!..." en 't windje kwam,
en 't windje woei, en wabberde om
uw stam, die op en nere klom!
God luisterde... en uw droevig lied
behaagde God, o ruisend riet!
O neen toch, ranke ruisend riet,
mijn ziel misacht uw tale niet;
mijn ziel, die van de zelve God
't gevoel ontving, op zijn gebod,
't gevoel, dat uw geruis verstaat,
wanneer gij op en neder gaat:
o neen, o neen toch, ranke riet,
mijn ziel misacht uw tale niet!
O! 't ruisen van het ranke riet
weergalleme in mijn droevig lied,
en klagend kome 't voor uw voet,
Gij, die ons beiden leven doet!
o Gij, die zelf de kranke taal
bemint van enen rieten staal,
verwerp toch ook mijn klachte niet:
ik! arme, kranke, klagend riet!