ROEPING
(voor de Zusters van Liefde, te Weert)
Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar
verlamde oude mensen wast, in bed verschoont,
en eten voert,
zal nooit haar naam vermeld zien.
Maar elke ongewassen aap die met een bord:
dat hij
vóór dit, of tegen dat is, het verkeer
verspert,
ziet ’s avonds reeds zijn smoel op de tee
vee.
Toch goed dat er een God is.
(1973)
Gerard Reve
uit 'Verzamelde Gedichten'
Uitgeverij L.J. Veen Amsterdam /
Antwerpen
.
.
.
Gerard Reve (Amsterdam, 14 december 1923 –
Zulte, 8 april 2006) is waarschijnlijk de meest controversiële, maar ook één
van de grootste naoorlogse Nederlandstalige schrijvers. Hij wist zowel links als rechts te choqueren,
maar ook te boeien, ging geen tegenstelling uit de weg en verbaasde en schopte
tegen schenen. Maar hij zette mensen ook
aan het denken en aan het twijfelen, want niets was wat het leek in zijn
denkwereld vol cynisme en ironie, of toch net wel?
In het gedicht ‘ROEPING’ schildert hij op een
prachtige manier met weinig woorden een zwart-wit beeld tussen een zuster die
een leven lang devoot en anoniem zorg draagt voor hulpbehoevenden, dit in schril
contrast tot een zoveelste brulaap die amok maakt en meteen gekatapulteerd
wordt tot het nieuws van de dag. Een
gedicht uit 1973 dat actueler is dan ooit, denk maar aan elke aanslag die telkens
opnieuw dagen het nieuws vult, terwijl in naam van eender welke godsdienst of
levensvisie net zo goed duizend maal meer mensen dagelijks anoniem en toegewijd
in de weer zijn om anderen te helpen en te verzorgen. Een gedicht dat wat mij betreft verplichte leerstof mag worden in alle scholen en al zeker in de richting journalistiek.
.
Nog steeds waarheid als een koe.
BeantwoordenVerwijderenMooi dat je dit gedicht plaatst, is nog altijd actueel.
BeantwoordenVerwijderenSimone
Mooie vaststelling Bert
BeantwoordenVerwijderenBesprak het gedicht vanavond nog.
BeantwoordenVerwijderenDit gedicht lijkt geschreven voor Extinction Rebellion
BeantwoordenVerwijderenDagsluiting
BeantwoordenVerwijderenEigenlijk geloof ik niets,
en twijfel ik aan alles, zelfs aan U.
Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam,
en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt,
zoals ik U.