zaterdag 27 december 2014

Twee seizoenen voor Bert - Cees van der Pluijm (alias Peter Coret)


Twee seizoenen voor Bert 

I.  

De lente komt. Een wereld van clichés
Gaat zelfgenoegzaam ronkend voor ons open
Een jonge liefde bloeit – het oude liedje –
En zet zijn nagels vrolijk in je vlees  

Je zou wel willen jubelen en hopen
Dat alles goed blijft, maar je hoofd verbiedt je
Hartstochtelijk te zijn en zonder vrees
Je moest het vroeger vaak genoeg bekopen  

De angst van wie verliefd is voor verlies
Maakt alles broos en breekbaar als een vlies
Van ijs na nauw een enkel nachtje vorst
 
De angst die ik verafschuw en verkies
Omdat hij de ontroering met zicht torst
Van liefde en een niet te lessen dorst 
 
II.  

Nu legt het licht zich met een gouden glans
Als zacht fluweel op ’t felgekleurde blad
De milde middagzon krijgt nog een kans
Haar toverspel te doen met laan en pad  

Straks zal de storm de kale takken deren
En breken wat de stoere drager was
Van bloem en vrucht. Wie zou het kunnen keren?
De winter komt. Wij gaan op Gods kompas  

Zo zou de echte dichter vroeger dichten
En in ’t sextet bleek ook zijn herte moe
Zijn ogen dof als uitgedoofde lichten  

Hij schreef vol romantiek zijn woordenspel
Van liefde die vergaat, met tranen toe
Maar wij, wij doen dat niet, mijn vriend. Of wel? 
 

Cees van der Pluijm (12 jan. 1954 – 14 dec. 2014)
alias Peter Coret 
 
 
Uit ‘Het Lustprieel’ – uitgeverij de Prom, Baarn, 1984 – een keuze uit gedichten die eerder werden gepubliceerd in het Nijmeegse blad Pink. De bundel bevat voor de helft gedichten van Cees Van der Pluijm (alias Peter Coret) en voor de andere helft gedichten van Jos Versteegen (alias Robert Alquin). 
 
Voor mij was de bundel ‘Het Lustprieel’ een aangename ontdekking midden in mijn outingsperiode – niet enkel beschreven de gedichten zonder schroom het leven van de homoliefde in al haar vormen, maar het gaf mij, als nog zoekend dichter, ook een prikkel om meer te doen met zowel de klassieke sonnetvorm als met de drang om mijn leven in gedichten neer te schrijven (wat uiteindelijk zou leiden tot een 1000tal dagboekgedichten, waarvan er al een heel deel op dit blog staan en enkele zelfs in de prijzen vielen). 
 
Later zou de bundel een beetje verdwijnen tussen de vele andere bundels in mijn poëziebibliotheek, tot ik het spijtige nieuws vernam van het veel te vroege heengaan van Cees van der Pluijm op 14 december 2014. Met veel plezier herlas ik nog een keer al de gedichten van ‘Het Lustprieel’ en tot mijn verbazing ook de mini cyclus ‘Twee seizoenen voor Bert’ – alsof het voor mij geschreven werd – ik had het een mooie eer gevonden als ik die Bert had mogen zijn.  
 
Meer over Cees van der Pluijm (Dichter, toneelschrijver, prozaïst, essayist, criticus, recensent, columnist en voorvechter voor homorechten) kan men vinden op onderstaande links: 

vrijdag 26 december 2014

Je bent van huid

 .

















.
Je bent van huid
.
Je bent van huid, je bent van vlees
ik tast en streel met beide handen
en zoen en proef en zet mijn tanden
voorzichtig op een harde pees  

ik peuzel zacht en bijt dan door
en zie hoe jouw gezicht vertrekt
terwijl het toch genot verstrekt
als ik weer zoen als net daarvoor  

en alsmaar hard met zacht verbind
en zacht met niet echt weten wat
er kort daarna gebeuren zal
of je gestraft wordt of bemind  

ik streel en kras en fluister dat
het altijd kan en overal. 
 

© bert deben
Vogelwaarde, vrijdag 26 december 2014, 2de kerstdag.
 
 
(uitgeverij Spleen, A'dam 2015), samen met nog 2 gedichten van mijn hand:
'Naakt sta ik en kaalgeschoren' en 'Gay Pride'
Foto: my skeletons © bert deben, New York 7 sept 2005.
 

maandag 22 december 2014

Een edelhert langs de weg naar Gent

.
                                                                                                                         fotocollage: David De Backer
 
. 
Een Edelhert

Een edelhert langs de weg naar Gent
werd als dusdanig niet herkend
omdat het beest, wel heel geniaal
vermomd was als lantaarnpaal 

het is, zo fluisterde het vol argwaan
soms beter om voor paal te staan
dan op een feestmenu
als avondmaal. 


© bert deben
Rendeux, 27.05.2003, voor Dana.
 


donderdag 11 december 2014

Pied-à-terre


 
Pied-à-terre  
.
De dichter houdt graag een voet aan de grond
terwijl hij zoekt naar gevoel of een zin
naar al wat hij denkt dat een nieuw begin
zou kunnen zijn – hij beoogt, hij kijkt rond  

wie hem voorbij loopt, wat men achterlaat
een indruk, een ruwe schets, een idee
hij registreert, schrijft het op, neemt het mee
plooit het samen, staat dan recht en verlaat  

zijn bankje, het park, de hangende brug
van waar hij kijkt naar hoe mooi men ginder  
de verte aanschouwt, hij mijmert, hij denkt
als ik daar, als ik ooit … hij fronst, neemt vlug  

het blad en schrapt, want soms kan het minder
terwijl hij reeds van ginds naar zichzelf wenkt. 
 

© bert deben
Zondag 16 november 2014, stadspark Antwerpen.  



11 december 2014 werd ik eigenaar van een appartement waarvan ik vroeger altijd dacht: Dààr zou ik willen wonen! Veel kleiner dan waar ik voorheen woonde, maar wel 10 hoog (dus eigenlijk een pied au ciel !) met zicht op een groot deel van Antwerpen en vlak bij het stadspark, een favoriete plek om te schrijven.
  
     In een ver verleden was het slechts 4 hoog en een hotel: 
       Loosplaats eind 19de eeuw, scan uit '100% Expo' N°26, Cultuurmagazine van de Provincie Antwerpen.  
 

maandag 8 december 2014

Het huis waarin wij samenwoonden

.
 
 
Kleine bijhorende note:  
 
Zaterdag 6 december werd een compromis getekend voor de verkoop van het huis waar ik 18 jaar lang wel en wee mocht beleven en beschrijven.  Als ode aan het huis o.a. dit gedicht, alsook hier onder nog enkele links naar andere gedichten die ik er schreef: