Twee
seizoenen voor Bert 
I.
  
De
lente komt. Een wereld van clichés 
Gaat
zelfgenoegzaam ronkend voor ons open 
Een
jonge liefde bloeit – het oude liedje – 
En
zet zijn nagels vrolijk in je vlees   
Je
zou wel willen jubelen en hopen 
Dat
alles goed blijft, maar je hoofd verbiedt je 
Hartstochtelijk
te zijn en zonder vrees 
Je
moest het vroeger vaak genoeg bekopen   
De
angst van wie verliefd is voor verlies 
Maakt
alles broos en breekbaar als een vlies 
Van
ijs na nauw een enkel nachtje vorst 
De
angst die ik verafschuw en verkies 
Omdat
hij de ontroering met zicht torst 
Van
liefde en een niet te lessen dorst 
II.
  
Nu
legt het licht zich met een gouden glans 
Als
zacht fluweel op ’t felgekleurde blad 
De
milde middagzon krijgt nog een kans 
Haar
toverspel te doen met laan en pad   
Straks
zal de storm de kale takken deren 
En
breken wat de stoere drager was 
Van
bloem en vrucht. Wie zou het kunnen keren? 
De
winter komt. Wij gaan op Gods kompas   
Zo
zou de echte dichter vroeger dichten 
En
in ’t sextet bleek ook zijn herte moe 
Zijn
ogen dof als uitgedoofde lichten   
Hij
schreef vol romantiek zijn woordenspel 
Van
liefde die vergaat, met tranen toe 
Maar
wij, wij doen dat niet, mijn vriend. Of wel? 
Cees
van der Pluijm (12 jan. 1954 – 14 dec. 2014)
alias Peter Coret 
 Uit ‘Het Lustprieel’ – uitgeverij de Prom, Baarn, 1984 – een keuze uit
gedichten die eerder werden gepubliceerd in het
Nijmeegse blad Pink. De bundel
bevat voor de helft gedichten van Cees Van der Pluijm (alias Peter Coret) en
voor de andere helft gedichten van Jos Versteegen (alias Robert Alquin).
Uit ‘Het Lustprieel’ – uitgeverij de Prom, Baarn, 1984 – een keuze uit
gedichten die eerder werden gepubliceerd in het
Nijmeegse blad Pink. De bundel
bevat voor de helft gedichten van Cees Van der Pluijm (alias Peter Coret) en
voor de andere helft gedichten van Jos Versteegen (alias Robert Alquin). 
Voor mij was de bundel ‘Het Lustprieel’ een aangename
ontdekking midden in mijn outingsperiode – niet enkel beschreven de gedichten
zonder schroom het leven van de homoliefde in al haar vormen, maar het gaf mij,
als nog zoekend dichter, ook een prikkel om meer te doen met zowel de klassieke
sonnetvorm als met de drang om mijn leven in gedichten neer te schrijven (wat
uiteindelijk zou leiden tot een 1000tal dagboekgedichten, waarvan er al een heel deel op dit blog staan en enkele zelfs in de prijzen vielen). 
Later zou de bundel een beetje verdwijnen tussen de
vele andere bundels in mijn poëziebibliotheek, tot ik het spijtige nieuws
vernam van het veel te vroege heengaan van Cees van der Pluijm op 14 december 2014. Met veel plezier herlas ik nog een keer al de gedichten van ‘Het
Lustprieel’ en tot mijn verbazing ook de mini cyclus ‘Twee seizoenen voor Bert’
– alsof het voor mij geschreven werd – ik had het een mooie eer gevonden als ik
die Bert had mogen zijn.   
Meer over
Cees van der Pluijm (Dichter, toneelschrijver, prozaïst,
essayist, criticus, recensent, columnist en voorvechter voor homorechten) kan
men vinden op onderstaande links: 
 
 
Echt prachtige gedichten en een mooie ode!
BeantwoordenVerwijderenheel mooi!
BeantwoordenVerwijderenJa, mooi.
BeantwoordenVerwijdereneen warme ode voor een mooi mens!
BeantwoordenVerwijderenmooie ode, mooie keuze ook...
BeantwoordenVerwijderen