Inenting
Zou ik mijn kind niet laten vaccineeren
Met zuiv’re koepokstof,
Zou ik dien wreeden geesel niet bezweren,
Die reeds zoovelen trof?
God zond den dood om ’t menschdom te genezen,
Met zonden zwaar belaân,
Toch heeft ons tevens zijn genâ gewezen
Hoe hem te keer te gaan.
Geweldig komt het pestvuur ons bestoken,
Elk schoon zwicht voor zijn kracht,
Doch licht en schaad’loos wordt die kracht gebroken:
Een prik en ’t is volbracht.
Volgroote goedheid! nimmer te doorgronden
Is Godes heerschappij:
De Heer der Heem’len slaat zoo fel geen wonden,
Of schenkt er pleister bij.
Cornelis Paradijs (1860-1932)
uit: Grassprietjes (1885)
Grassprietjes (Liederen op het
gebied van Deugd, Godsvrucht en Vaderland) is een bundel satirische gedichten uit 1885 van Cornelis Paradijs 'oud-makelaar in granen'. Achter dat
pseudoniem ging Frederik van Eeden schuil. De gedichten zijn allemaal parodieën
op huiselijke, vaderlandslievende en vrome poëzie, die populair was in de
jaren 1820-1880, maar op minachting en spotlust stuitte bij Frederik Van Eeden en de literaire stroming 'de Tachtigers' waartoe hij behoorde.
Een wetenswaardig achtergrondverhaal over de oorsprong van inentingen tegen de pokken kan men lezen als je klikt op: VRT.BE/Lady Mary Wortley Montagu, moeder van de vaccinaties.