WAT BATEN KAARS EN BRIL …
(n.a.v. een boek van ene Dr. Dyer)
Je toont het onbetwistbaar aan:ik ben als mens geheel alleener is er zoals ik maar éénen niemand kan mij dus verstaan
je duidt ook dat er zich in mijgeen enkel mens verplaatsen kanmen vindt geen inzicht in mijn planhet gaat aan iedereen voorbij
beperktheid is ’s mens grootste doemdaar heb ik mij bij neergelegdmaar als nu alles wordt gezegden ook in een gedicht vernoemddan word ik toch wel triest en stildat jij het niet eens lezen wil.
© bert deben
Antwerpen, 9 december 1995, voor H.
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten