De eerste bijna lentedager drijft nog ijskorst op de vijvermaar het verdwijnt al net als jij ver-dween, tezamen met jouw lach
ach lieve God als ’t even magdan zou ik graag wat overhoudenvan al die harde zure koudeomdat de kou de pijn verzacht
liefst wil ik hard zijn als een steenen mijn gevoel voorgoed bevriezenwaarna het ijs wordt ingemetst
zo blijf ik ijskoud en alleen
en kan ik niemand meer verliezen
en word ik ook niet meer gekwetst.
© bert debenAntwerpen, stadspark, 24 feb. 1991 – voor P.
.