.
.
't Is Goê't Is goê..., 't is goê!...Vraag niet, o kind, waarom en hoeDie weemoed over uw vreugde vlot.Men moet in ieder groot genotEen plekske schaduw lezen;Daar moet aan iedre bloem een traan,Aan iedere zon een ondergaan,Aan iederen dag een avond wezen.'t Is goê!... 't is goê.Dat, na 't verzengend zon-gegloê,De witte vreê van ’t maangelaatOver de moede wezens gaatVan die geen zon verdragen...En dat van deernis, nu en dan,De looden lucht nog schreien kanVoor hen, die nimmer klagen.'t Is goê..., 't is goê,Dat, achter 't alledaagsch gedoeVan grooten strijd om klein bestaan,De menschen naar hun sponde gaan.- Die goede, oud-bekende -Dààr, tusschen waak en sluimer in,Vindt menige goedheid heur beginEn menige smart heur ende...Alice Nahon (Antwerpen, 16 augustus 1896 – 21 mei 1933)uit ‘Op zachte Vooizekens’ – 1921De Nederlandsche Boekhandel – AntwerpenA. W. Sijthoff’s uitgeversmaatschappij – Leiden
.
Met ook Nederlands bloed vertelt Wikipedia mij.
BeantwoordenVerwijderen't is goed nog even voor het slapen gaan in 't eigen hart te kijken
BeantwoordenVerwijderen't Is schoên geschréve van ons Allie, bedankt voor de reminder aan haar, Bert
BeantwoordenVerwijderen