donderdag 22 december 2005

Het Badkonijn (een kerstverhaal)

.
 
Het Badkonijn
(een kerstverhaal)
 
 
Een badkonijn in de Jordaan
kocht schuurborstels bij massa aan
en schuurde die er driftig door
met liters zeep en bussen chloor
 
zo poetste het de tanden
de vloer, plafond en wanden
de poten, staart en ieder oor
en net als elke dag ervoor
ging het ook nog drie uur lang te bad
omdat het vrees voor vlekken had
 
tot dat het op de dag voor Kerst
alweer het water had ververst
om nog een extra uurtje lang
te bad te gaan bij kerkgezang
 
doch toen viel met een grote krak
de Kerstman binnen door het dak
met rendieren en arrenslee
en gans de zoldering viel mee

het badkonijn van tussen puin
bekeek de Kerstman ietwat schuin
en vroeg bezorgd verbouwereerd
of hij zich soms niet had bezeerd
 
de Kerstman keek wat links en rechts
bekeek het beest en zei toen slechts :
“Hier moet ik duidelijk niet zijn
jij bent een vuil en vies konijn
ik neem jouw pakjes mee terug!”
en zo verdween hij net zo vlug
 
het badkonijn, het badkonijn
het wilde graag zo proper zijn
hygiënisch, netjes en verzorgd
nu restte hem slechts puin en pijn
 
en zo verliet het beest zijn huis
zijn pels nog grijs van stof en gruis
het hart verscheurd, de ziel gebroken
de vrieskou voelbaar in de knoken
 
maar plots zag toen het beest een licht
een beetje warmte in het zicht
een oude zwerver bij een vuur
en ook al leek de man onguur
hij gaf het beest wat stukjes brood
en warme schutting in zijn schoot
 
het werd getroost, het werd gestreeld
het laatste brood werd schaars gedeeld
want ook al was hij vies en goor
van afkeer was geen enkel spoor
 
het badkonijn sliep in een doos
die nacht, zo zacht en zorgeloos
en zonder smetvrees, zonder doel
doch vol van zuiver Kerstgevoel
 
 
maar ook de landloper was aangedaan
en dankbaar voor het slapengaan
want God aanhoorde zijn gebed:
Hij had konijn op 't Kerstmenu gezet!
 
 
© bert deben
Antwerpen, maandag 14 november 2005, voor Peter.

tekeningen © Peter Verhaegen
 
 .

zondag 18 december 2005

Als je terugkomt wordt het zomer ...

.
 .
Vier uur, ochtend, ik ga slapen
en bevat hoe leeg en broos het is
ik noem jou teder mijn gemis
gruis dat ik wil samenrapen  

mijn vingers tasten in het duister
en dwalen eenzaam door het bed
ze tekenen de leegte nauwgezet
terwijl ik naar ontberen luister  

na al die jaren nog steeds weg
een zwaluw vluchtend voor de kou
en ik, hoe nuchter ook, een dromer
als ik me ’s nachts weer naast jou leg  

ik fluister nog: ik hou van jou,
als je terugkomt wordt het zomer.
 

© bert deben
Antwerpen, zondag 18 december 2005, voor Frank B.
 
 
werd feb 2017 gepubliceerd in Po-e-zine XIV