donderdag 24 juni 1999

 


wat wij noemden later 
is iets dat ons toen overkwam 
twee kleine twijgjes werden stam 

 

© bert deben 
Antwerpen, 24 juni 1999.

 


zondag 20 juni 1999

Dubbelsonnet voor een vader



Dubbelsonnet voor een vader  
 
I. 
 
Hij veinst bezorgdheid in zeuren 
in vernederen en slaan 
op de tafel, met de deuren 
als het weer niet goed mocht gaan  
 
niet zoals het moest gebeuren 
niet precies zoals hij wou 
op het werk zijn superieuren 
thuis de kinderen of vrouw  
 
alles werkt op zijn humeur en 
al betaalt hij zich dan blauw 
er valt weinig te bespeuren 
van wat hij zo plichtsgetrouw 
maneschijn en rozengeuren 
zijn omgeving geven wou.  
 
II. 
 
Altijd valt wat af te keuren 
niets heeft nut en niets voldoet 
en wat was valt te betreuren 
wat moet komen loopt nooit goed  
 
’t leven is een uitentreuren 
pijnlijk tergen van gemoed 
alles eindigt in mineur en 
meestal ook in tegenspoed 
 
vader valt niet op te beuren 
alles is teloor gegaan 
zorgen zet hij om in zeuren 
in vernederen en slaan 
op de tafel, met de deuren 
als zijn reden tot bestaan. 
 
 
© bert deben 
Antwerpen, juni 1999. 


Moeder inspecteert het venster



Thuis

V
oor moeder moet het leven heel doorzichtig zijn
een levensinhoud vol ammonia en javel
ze zal het huis ook nooit verlaten, zonder snel
het glas te controleren achter het gordijn

je kan de ruiten schijnt ook kuisen met azijn
is haar antwoord, als vader haar bezorgd vertelt
dat de wereld naar de kloten gaat, ze voorspelt
dat het zelfs schoner zal zijn, maar de zonneschijn

toont haar vegen die ze vroeger toch nooit echt had
ze grijpt dus opnieuw naar het oude procedé  
en naar haar emmers en haar zeemvel en gedwee
verwijdert ze al de strepen en elke spat

vader gaat tegen het beleid op oorlogspad
moeder, inspecteert het venster en is tevree.


© bert deben 
Antwerpen, zondag 20 juni 1999,
geschreven na het zien van de film ‘The Hanging Garden’. 



zaterdag 5 juni 1999

Ik hoor daar buiten vogels fluiten

.


Ik hoor daar buiten vogels fluiten
mooier nog dan Strauss of Bach
en kijk doorheen gezeemde ruiten
en vraag hen of ik buiten mag

U bent reeds buiten – wij zijn binnen
zei één der vogels met een lach
waarna ik even moest bezinnen
en zien ook wat die vogel zag

de hele wereld is een woonst
voor ieder die van vrijheid houdt
en alles is er om het schoonst

de vogels fluiten hun refrein
een ode aan het wereldwoud
waar wij te weinig deel van zijn.


© bert deben
Châteaux des Beaux Arts, Rendeux, 5 juni 1999, voor Lisa.

 

gepubliceerd in bloemlezing ‘Verwondering’ Bonheiden 1999 
en in ‘Bahá'í Vizier’ jg 39 nr 4, 2000 
in poëzieroute 'De Poëtische Paardenkastanjes', steunactie voor Safierpark, juni 2023