De wereld lacht; steeds klinkt haar spotlied ons in de oren. 't Vliegt, weergekaatst van d'een naar d'andre kant der straat. Verzwonden schijnt de smart, wijl 't treurspel ledig staat en klucht of boert alleen nog hart en geest bekoren.
Ach! ieder ding heeft thans zijn zin verloren! 't Woord is de mom der gedachte. Sombre haat zweeft in de zoetste lach der vriendschap op 't gelaat, en door een spotwoord voelt men teedre liefde boren.
Wat vond men lust in meenge traan, in blij geschat vertwijfling, kon men door die maskers henendringen: Werd heel de wereld niet een vastenavondbal?
Wij juichen, wen in 't oog ons bittre tranen springen van spijt en wanhoop. - Wie doorgrondt, in 't mensenhart, het wenen van de vreugde en 't lachen van de smart?
Mooi!
BeantwoordenVerwijderenToepasselijk in deze tijd. Mooi.
BeantwoordenVerwijderenHet is raden naar het gezicht achter het masker tegenwoordig.
BeantwoordenVerwijderenMooi, een tijdsbeeld.
BeantwoordenVerwijderenIn een wereld waar je gedwongen wordt rollen te spelen. Moeilijk om daar echt als jezelf herkenbaar in te zijn. Sterk, Bert.
BeantwoordenVerwijderenmet genoegen gelezen.
BeantwoordenVerwijderenAnneke
een doordenkertje: draag ik zelf ook een masker en besef ik dat ook op de momenten dat ik mezelf er achter verstop?
BeantwoordenVerwijderenkort en krachtig
BeantwoordenVerwijderenook weer prachtig
machtig
wie jij niet bent
werd neergepend...
the end
De mensen doen hun masker af,
BeantwoordenVerwijderenhun mooie-spelen moe-gedaan
och arme, zij die levenslang
gemaskerd gaan.
(een strofe uit 'Maskers' van Alice Nahon)
Heel goed te.begrijpen Bert , want.niets is nog zoals het lijkt., een wereld van.veel fake en doen.alsof., schering en inslag
BeantwoordenVerwijderenMaskers
BeantwoordenVerwijderenDe wereld lacht; steeds klinkt haar spotlied ons in de oren.
't Vliegt, weergekaatst van d'een naar d'andre kant der straat.
Verzwonden schijnt de smart, wijl 't treurspel ledig staat
en klucht of boert alleen nog hart en geest bekoren.
Ach! ieder ding heeft thans zijn zin verloren!
't Woord is de mom der gedachte. Sombre haat
zweeft in de zoetste lach der vriendschap op 't gelaat,
en door een spotwoord voelt men teedre liefde boren.
Wat vond men lust in meenge traan, in blij geschat
vertwijfling, kon men door die maskers henendringen:
Werd heel de wereld niet een vastenavondbal?
Wij juichen, wen in 't oog ons bittre tranen springen
van spijt en wanhoop. - Wie doorgrondt, in 't mensenhart,
het wenen van de vreugde en 't lachen van de smart?
(Prosper Van Langendonck - 1862 - 1920)