Terwijl ik lees voel ik mijn dochter kijken; ik laat niets merken en lees rustig door. Haar leven doet zich helder aan mij voor: het zal in alles op het mijne lijken.
Niets kan ik doen, opdat zij zal bereiken wat ik, amper gevonden, weer verloor; geen vindt van het geluk méér dan een spoor, ook zij niet, en ook zij zal het zien wijken.
Ik sluit het boek. Wij zitten naast elkaar; geen woorden tussen ons, slechts, even maar, de glimlach van de een tegen de ander.
't Is of ik in mijn eigen ogen staar, en wat daar staat, het is als water klaar, wanneer ik langzaam in mijzelf verander.
Zo herkenbaar Bert... En zo fraai gevat in woorden...
BeantwoordenVerwijderenWeer een fraai gedicht!
BeantwoordenVerwijderenPrachtig!
BeantwoordenVerwijderenprachtig gedicht, sluit me geheel aan bij bovenstaande reactie.(Coenraats)
BeantwoordenVerwijderenSimone
Heej Bert,
BeantwoordenVerwijderenWat héérlijk om zo te kunnen mijmeren naast je eigen kind!
Het is een waar geschenk - door de ‘goeie zorgen’ voortgekomen - dat je gedachten zo in een innig sereen en tevreden gevoel mogen uitmonden!
Dikke knuffel en dankjewel voor deze innig lieve en mooie gedachten!
Lieva
Zoals jij dat dan vast kan leggen in woorden Bert, prachtig.
BeantwoordenVerwijderenEen heerlijk en prachtig gedicht Bert
BeantwoordenVerwijderenPrachtig en waarheid broer, het lezen pakt mij !!
BeantwoordenVerwijderenWoW wat een fiere papa en ooo zo mooi
BeantwoordenVerwijderenprachtig , ook grootouder zijn is heel bijzonder en inspirerend voor poëzie
BeantwoordenVerwijderenabsoluut, ondertussen ook al een hele reeks opi-gedichten geschreven 😉
Verwijderenhttp://bertdeben.blogspot.com/search/label/Opi-gedicht
Mede dankzij de liefde van haar ouwe …❤️
BeantwoordenVerwijderenVerjaardagsgroet,
Assyke
Liefdevol 💞✨️
BeantwoordenVerwijderenEen prachtige ode voor die prachtige jonge vrouw. Laat ze verder genieten van die nog onbekende verwachtingsvolle toekomst.
BeantwoordenVerwijderenMijn dochter en ik
BeantwoordenVerwijderenTerwijl ik lees voel ik mijn dochter kijken;
ik laat niets merken en lees rustig door.
Haar leven doet zich helder aan mij voor:
het zal in alles op het mijne lijken.
Niets kan ik doen, opdat zij zal bereiken
wat ik, amper gevonden, weer verloor;
geen vindt van het geluk méér dan een spoor,
ook zij niet, en ook zij zal het zien wijken.
Ik sluit het boek. Wij zitten naast elkaar;
geen woorden tussen ons, slechts, even maar,
de glimlach van de een tegen de ander.
't Is of ik in mijn eigen ogen staar,
en wat daar staat, het is als water klaar,
wanneer ik langzaam in mijzelf verander.
(Ed Hoornik)